Herbronnen

Vijf weken geleden schreef ik dit: 'Zeshonderdvijftig kilometer van huis. Gisteravond Lindy gedanst in Clärchen's Ballhaus. Ik kijk naar een fm-radiootje uit de jaren vijftig (?) van het merk Pagino. In het Duits hoor ik dat het mooi weer gaat worden van het weekend. Dat het eindelijk zomer wordt. Een soulversie van Neil Youngs Heart of Gold. Dan geruis.

Ik herinner me een passage uit de Keith Richards biografie waarin hij in zijn bed ligt en met zijn transistor probeert af te stemmen op Radio Luxemburg, zoekend naar nieuwe muziek. Little Richard. Howlin' Wolf.'

En toen schreef ik niet meer verder. Ik had immers vakantie. Mijn post had wel al een titel: 'Herbronnen'. Dat ik dit woord gebruikte, komt door mijn onderwijscollega Marie Meeusen. Ik vond haar geïnterviewd in Folia, het huisblad van de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van diezelfde stad. Ze sprak over haar aanstaande reis naar Indonesië. Over veel willen lezen. Rust zoeken.

Ik zocht het dichter bij huis. In Pruuses zoals we dat in Limburg zeggen. Na Berlijn belandde ik in 't dorpje Tankow aan de rivier de Dosse. Vraag me niet hoe ik 't vond. Het was er ineens. Tankow ligt in Brandenburg, een leeg en waterrijk Bundesland (voormalige DDR). Toen ik er een paar dagen rondhing, viel me ineens op hoe fijn een leven zonder billboards en aanverwante omgevingsruis is. Bomen, moeras, weiden en veel meren en meertjes. 's Avonds vlogen de zwaluwen rond de bakstenen kerk. Geen winkel op loopafstand. Maar voor je brood liep je 's ochtends na een duik in het koele water naar een rondtoerende bakker die een tijdje halt hield bij het gemeenschapshuis. Weinig aan 't köpke dus (maar gelukkig wel internet).

En nu? Uitgerust? Herboren, hernieuwd, hersteld? De bron van mijn creativiteit weer gevonden? Ik heb een nieuw lied geschreven. Dat in ieder geval. Ik las Misdaad en straf ein-de-lijk uit. Ik zit te schrijven in de zon. Morgen 'bestormen' een dikke driehonderd studenten onze opleiding. Er zijn mooie optredens met de Kompanen in het vooruitzicht.

Vooralsnog geen vuiltje aan de lucht.