In het land van de koopman en de dominee

'Leve de boekhandel!' staat er op het boek van de man tegenover mij die ik als Gerard Tomey herken, verkoper van – boeken inderdaad – in het stadje waar ik woon. De Roos, een lokale organisatie voor kunst en cultuur, is onlangs een steunactie begonnen voor zijn zaak.

'Blij met Tomey!'

De Roos liet verwoed posters drukken met Gerards beeltenis en die hangen inmiddels achter de ramen bij mensen die lid zijn van De Roos. Toen ik een paar weken terug in zijn winkel was, toen het éindelijk weer mocht, vertelde Gerard dat hij het ook een beetje gênant vond en dat hij mensen aanraadde een snorretje of een brilleke over zijn beeltenis te tekenen.

Er is al het een en het ander gezegd over de sluiting van boekhandels en bibliotheken tijdens de laatste lockdown.
In het land van de koopman en de dominee...

Gerard en zijn collega's hebben het beste ervan gemaakt in de afgelopen periode. Ergens laatste winter, toen Sywert van Lienden en zijn truwanten tot hun eigen verrassing ontdekten dat ze multimiljonair waren, kwam Gerard een pakketje leesvoer bezorgen.

'Hoe gaat het?'
'Slecht. Dit is niet goed voor ons.'

Maar hij glimlachte en ging verder met bezorgen. Zo ziet standje overleven er dus uit: overdag de eindjes aan elkaar knopen en in de avonduren je waar bezorgen. Niet mopperen. Vriendelijk blijven. Eerlijk zijn. Maar je miserie ook niet van de daken schreeuwen en al zeker niet de messias uithangen. Geine wazel. Niet zeggen dat je het allemaal om niet doet als dat niet zo is.

En nu, op deze tropische junidag, zit Gerard met zijn boek en ik met mijn notitieschriftje in een van de wachtcabines van de GGD in Nieuwegein, gescheiden door ondoorzichtige wandjes. Toeval besjteet neet. Ik kan niet zien wat de persoon náást mij leest. Of ie hoe dan ook leest. Ik heb net mijn eerste prik Pfizer gehad, Gerard misschien al zijn tweede. Ik bevind me in een rijtje met 11 van die hokjes en hij ook.

Een verpleegkundige loopt af en toe tussen de rijen om te kijken of we in orde zijn. Alles im griff mevrouw (auf dem sinkenden Schiff).

De spritz zit erin. Gelukkig. Dit is een verdomd goed georganiseerd complot. En iedereen is zo vriendelijk ook. En dat terwijl ik toch altijd een beetje neurotisch word in situaties waarin ik ergens moet gaan zitten, weer ergens anders moet staan, formulieren moet overleggen, mijn id bij de hand moet hebben, een e-mail moet opvissen. Het gevoel dat je het nooit echt goed doet. Maar iedereen heeft geduld.

Ik zeg tegen de verpleegster: 'ik blijf hier de hele dag zitten!'
Het is fijn koel.

En ja. Ik verheug me. Héél voorzichtig kijk ik uit naar een zomer, een nazomer, een herfst, een voorjaar en een nieuwe zomer met optredens. Met Linda Koolen, met Hamid, met 't Vriej Volk en met de Troubadours van de Toekomst. En Gerard? Gerard is de lockdown kennelijk te boven gekomen en ik hoop 'm straks te zien schijnen in zijn nieuwe zaak aan de markt, in het land van de dominee en de koopman.

In het land van de dominee en de koopman... Hier komen welbespraakte wieksers als Sywert van Lienden en zijn epigonen met veel te veel weg en schuiven de Gerard Tomeys te weinig aan in de praatprogramma's.

Te bescheiden?
Te eerlijk?
Teveel zelfspot?

Te druk met overleven. Ook ik heb die poster van De Roos achter de voorruit opgehangen en ik heb geen snorretje getekend. En ook geen brilleke.

Sorry Gerard.

Ik las deze column voor op de L1-radio op 19 juni en droeg hem op aan de Amsterdamse dichter Ronald Offerman voor wie het vaccin te laat kwam. Ronald overleed op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van Corona. Dit werk is van hem. Ik citeer het uit een artikel in de serie 'Zij stierven door Corona', gemaakt door RTL Nieuws.

En ze nemen nog een biertje, en nog eentje dan.
Ze zeggen tegen elkaar,
Goh ‘t is alweer lang geleden dat hij gestorven is.
En dan gaan ze weer over tot de orde van de dag.
Een vuile kutzooi, dat is het.

Afbeelding: Read a fucking book tee, Red Emma's, Baltimore, Maryland, USA flickr photo by gruntzooki shared under a Creative Commons (BY-SA) license