de innere schweinehund (2)

'Zo'n sportpèkske is toch niets voor jou?'
'Ga toch thuis een boek lezen'
'Weet je zeker dit niet je midlife is?'

Aan het woord is mijn Innere Schweinehund.
Ik schreef al eerder over hem. En ook jij kent 'm, die verrekte Hund, al heet hij bij jou thuis misschien anders.

Míjn Innere Schweinehund wil wéér niet dat ik de box in duik van mijn Crossfitschool in mijn woonplaats K. om daar te death liften, te snatchen en te cleanen.

Dat zit zo: mijn Innere Schweinehund wil niet dat ik afga. En hij wil al zeker niet dat ik faal.

Hij is het deel in mijzelf dat me behoedt voor de wieksers op het schoolplein dat het volwassen leven helaas soms ook is. Dankzij mijn Innere Schweinehund speel ik niet meer in rumoerige cafés en stopte ik destijds na een paar maanden bij dat afschuwelijke communicatiebureau.

Danke schön.
Maar nu even niet.

Op de deur van mijn sportschool staat 'Leave your ego at the door' en ik lees:

Laat je Hund maar buiten.
Geef 'm zijn brokjes.
Zeg 'm dat ie niet te hard moet bletsje.

De eerste keer dat ik in deze school kwam, werd ik ontvangen door D. en D. zei toen ik zei dat ik onzeker ben over sport (iets met een muffe hal vroeger in Zöstere en die angere die altijd sneller, toffer, handiger en sterker leken – maar dát zei ik natuurlijk allemaal niet):

'Hey mán, dat is cool man en weet je: die gasten die alles al kunnen, daar is voor mij geen kunst aan. Je bent een mooie uitdaging.'

En uiteraard lispelde mijn Schweinehund toen in mijn oor: zie je wel, hij vindt je een sukkel.

Maar er is iets in D. waardoor ik hem geloof.
Voor een oefening telt hij vaak af in het verhollandst Duits.
En dat raakt me dan weer in mijn Limburgse hartje.

En er is iets aan deze plek, een oude scheepsloods schat ik, die mij in niets herinnert aan die muffe kleedkamers in Zöstere en waar ze ons ook heen sleepten, dat ik denk:

Het maakt me allemaal geen zak uit.
Ik ga dit gewoon doen.

En dus stap ik deze dinsdagmorgen in de motregen van mijn fiets in mijn pekske en ik ga weer door die deur. En we verzamelen met zijn twaalven rond het board met instructies en D. brult: HEBBEN WE ER ZIN IN.

Zo meteen hebben we 23 minuten om een zorgvuldig uitgedachte reeks aan martelingen af te werken. Ik zal je de details besparen, maar check dit. D telt af – eins, zwei, drei – en knalt Rammstein erin.
Ik kan daar normaal gesproken niet goed naar luisteren, maar hier wel.

DU! DU HAST MICH.
DU HAST MICH GEFRAGT UND ICH HAB NICHTS GESAGT.

Eat that Innere Schweinehund.
Er zijn hier geen wieksers.
Iedereen helpt elkaar.

De snatcher naast mij wordt aangemoedigd door de knaap tegenover mij die zichzelf aan een touw twee meter omhoog takelt (hoe dan?).
Twee meter van de grond roept hij haar toe: 'kom aan Bonnie, je kan het.'

D. blijft 23 minuten alert.
Als hij aan ons ziet dat we onze Hünde buiten horen joenke pept hij ons op:
'Je moet niet denken ik ga het proberen, je moet denken ik ga het doen.'

En het lukt me.
In mijn pèkske.
Ik doorsta de martelingen.
Bitte sehr.

Als ik bijgekomen ben, ga ik weer door die deur en haal mijn Hund van de lijn.

Ik ga thuis een boekje lezen.

Ik sprak deze column in Zösters Plat uit op de L1-radio op zaterdag 23 oktober:
https://l1.nl/plat-eweg-leste-waord-door-harold-k-167286/

Afbeelding: 'Sterke man Helmut Lichterfeld uit Oranienburg buigt met zijn tanden met gemak een ijzeren buis, geholpen door wat mannen. Duitsland, 1932.'

Fotograaf onbekend. Bron: [SFA003000298], Het Leven, Spaarnestad Photo. Verkregen via https://geheugen.delpher.nl/ op 20 oktober 2021.